Meer over dit kunstwerk

Balancerend op de grens van land en water kijkt een 26 meter hoge gehurkte man vanaf de strekdam in Lelystad uit over het Markermeer. In het open landschap is dit menselijke figuur een landmark in de Flevopolder. Met Exposure maakte de Britse kunstenaar Antony Gormley (Hampstead, Groot-Brittannië, 1950) het zesde Land Art-project in Flevoland sinds de realisatie van Observatorium van Robert Morris in 1977.

Gefascineerd door de maakbaarheid van de nieuwe polder liet Gormley zich voor dit gigantische kunstwerk inspireren door het maagdelijke landschap. Iets te kunnen scheppen zonder verwijzingen naar de historie van de locatie maakt Flevoland voor hem een bijzondere plek. (1) Rijdend door de polder ontdekte Gormley een landschap met een ritmiek van rechte lijnen van kanalen, akkers en windmolens. De hoogspanningsmasten die als zenuwstelsel in Flevoland liggen, vormden de inspiratiebron voor Exposure. (2) Vanuit deze stalen skeletten creëerde hij een open structuur voor zijn sculptuur van de hurkende man. Bij zonnig weer reflecteert de blauwe lucht in de stalen staven en bij zonsopkomst en -ondergang wordt het beeld een donker silhouet tegen de oplichtende horizon.

De complexe constructie van bijna tweeduizend unieke stalen elementen is alleen mogelijk door de ontwikkelingen van de hedendaagse computertechnologie. (3) Net als de drooglegging van de voormalige Zuiderzee en de creatie van de polder is Exposure het product van een constante discussie tussen ontwerp en techniek. De ingenieurs hielden rekening met de omvang van het kunstwerk, de Flevolandse weersomstandigheden én de wensen van de kunstenaar. Gormley zag het als een uitdaging een kunstwerk te creëren dat van afstand als duidelijke vorm te definiëren is maar tegelijkertijd lokt als bestemming. Van veraf is Exposure te herkennen als een transparante menselijke vorm. Hoe dichterbij het werk komt, hoe abstracter en indrukwekkender dit complexe staaltje ingenieurskunde wordt. Exposure naderend, lijkt het zich te openen tot een wolk of een spinnenweb. Omhoog kijkend vanonder de enorme constructie zijn er slechts nog stalen kolommen zichtbaar, waar de vogels doorheen lijken te vliegen.

Binnen de Flevolandse Land Art-traditie is het de eerste keer dat een figuratief beeld het landschap van de polder becommentarieert zonder gebruik te maken van elementen uit de natuur. Ook de locatie van dit werk is uniek: een werk op de grens van land en water in een stedelijke omgeving.(4) Exposure kijkt uit over het Markermeer met de polder in de rug en het steeds veranderende silhouet van het stedelijke landschap van Lelystad op de achtergrond.

Antony Gormley geniet internationaal bekendheid door omvangrijke kunstprojecten in de stedelijke en landschappelijke omgeving. In 1998 maakte Gormley in het verpauperde industriegebied Gateshead in Noord-Engeland een gigantische sculptuur in de vorm van een stalen engel: Angel of the North (1998). De industrie liep op zijn einde en de engel was bedoeld als icoon van de hernieuwde kracht van het gebied.(5) De engel kijkt vanaf de top van een heuvel uit over de vallei. Het 20 meter hoge kunstwerk met een vleugelwijdte van 54 meter is uitgeroepen tot één van de belangrijkste herkenningspunten van Engeland.

Gormley neemt vaak de meest basale kunstvorm tot uitgangspunt van zijn werk: het afbeelden van de mens. Meestal gebruik hij hiervoor zijn eigen lichaam als voorbeeld. Met zijn beelden creëert hij een bewustzijn van de plek die de mens (letterlijk) inneemt en verandert daarmee de kijk op ruimte en omgeving.

Lees het artikel dat The Guardian publiceerde in 2010
Bekijk de aflevering van AVRO's Kunstland van 25 september 2010

Bekijk de aflevering van Jord den Hollander op Omroep Flevoland over Exposure

Noten:
(1) Margriet van Seumeren, Een reus zonder naam, Gooi en Eemlander, 11 oktober 2008
(2) Antony Gormley, Kunstland, Avro's KunstUur, mei 2009
(3) Projectplan van Antony Gormley voor de Gemeente Lelystad, niet gepubliceerd
(4) Joost van Hezewijk in interview met Jaap Evert Abrahamse, p. 342 om: Martine Spanjers & Annick Kleizen (red), (2007), De Collectie Flevoland, Museum De Paviljoens.
(5) Ibid., p. 35